1. Johan van Bosinchem, ook bekend als Johan van Culemborg, overleden 29 Sep 1322, beroep heer van Culemborg. Schenker van Utrecht. Beleend met Maurik 1307, Schalkwijk 1319, gaf stadsrecht aan Culemborg 1318.
Hij trouwde (1) Margriet van Malderich, ook bekend als Margaretha van [Maurik] Gerardsdr., overleden ca. 1307, beroep erfdochter van Maurik.
Hij trouwde (2) Petronella van Abcoude Gijsbertsdr..

 

2. Hubert I van Bosinchem, overleden 20 Mrt 1300/02, begraven in Utrecht St.Servaaskerk, beroep ridder. Heer van Culemborg, schenker van Utrecht, vermeld tussen 11 Feb 1271 en 18 Mrt 1300. Op 25 Jun 1271 beleend met de jurisdictie van het Convent in Vuilkop c.a. Kreeg in 1281 in eigendom een hoeve land te Culemborg (waarop hij zijn slot gebouwd had) en werd er 21 Nov 1281 door de graaf van Gelre mee beleend.
Hij trouwde (1) Elisabet _, overleden 22 Dec vr. 1290.
Hij trouwde (2) Johanna van Zuijlen.
Hij trouwde (3) Margriet (of Geertrude) van Arkel.
Hij trouwde (4) Clementia van Woerden Hermansdr, overleden 29 Apr.
Kinderen van Margriet (of Geertrude) van Arkel:

1. Johan van Bosinchem, ook bekend als Johan van Culemborg, overleden 29 Sep 1322, beroep heer van Culemborg.
   Hij trouwde (1) Margriet van Malderich, ook bekend als Margaretha van [Maurik] Gerardsdr., overleden ca. 1307, beroep erfdochter van Maurik.
   Hij trouwde (2) Petronella van Abcoude Gijsbertsdr.. zie gezin 1
2. Margriet Hubertsdr van Bosinchem, overleden 24 Sep.
   Zij trouwde Ghisebrecht Utengoye.
3. Jutte van Bosinchem. Zij testeert 19 Dec 1314.
   Zij trouwde Ernst van Wulven.
4. Agnes van Bosinchem, overleden 21 Okt.
5. Gerard van Bosinchem.

1. Hubert van Bosinchem, overleden na 1334, leefde in Utrecht, beroep kanunnik ten Dom. Beleend met de helft van zijn moeders tienden te Kesteren op 1 Mei 1316.
2. Elisabeth van Bosinchem, overleden ca 1332. Op 10 Nov 1317 met de helft van haar moeders tienden (andere helft eerder aan broer) te Kesteren.

3. Margriet (of Geertrude) van Arkel.

 

4. Hubert de Schenk, overleden vr. 31 Mei 1271, leefde 1258, beroep ridder. Hij wordt vermeld in 1248, bezat in 1251 tussen Vechten en Bunnik 25 morgen land als leen van Utrecht. Ridder in 1258.
Hij trouwde (1) Margaretha van Voorne.
Hij trouwde (2) _ van Loenersloot.
Kinderen van _ van Loenersloot:

1. Hubert I van Bosinchem, overleden 20 Mrt 1300/02, begraven in Utrecht St.Servaaskerk, beroep ridder.
   Hij trouwde (1) Elisabet _, overleden 22 Dec vr. 1290.
   Hij trouwde (2) Johanna van Zuijlen.
   Hij trouwde (3) Margriet (of Geertrude) van Arkel.
   Hij trouwde (4) Clementia van Woerden Hermansdr, overleden 29 Apr. zie gezin 2

5. _ van Loenersloot. De vrouw van Hubert de Schenk is waarschijnlijk de dochter van Dirk Splinter van Loenersloot.

6. Jan I van Arkel, geboren circa 1240, overleden vr 1269, begraven in Gorinchem, beroep 1e heer van Arkel. Johan was heer van Asperen en Heukelum. Bijgenaamd de Sterke. Hij was zo sterk van lichaam dat hij zich aan een balk vatte en rijdende een paard met zijn voeten oplichtte. In een oorkonde van 1253 wordt hij heer van Arkel en ridder genoemd. Inde akte van 17.3.1253 (OHZ-..) treedt hij, als heer van Arkel en ridder genoemd, met zijn broer, heer Herbaren van den Berghe, op als getuige voor heer Jan van der Lede. In het volgende jaar, op 25.6.1254, vinden wij hem met zijn broers Otto en Hugo vermeld in de oorkonde waarin heer Jan van der Lede en zijn neef Hugo van Arkel heer Floris van Dalem belenen met een derde van Dalem. Op 29.10.1263 beleent hij zijn "cognatus" Otto met het bedijkte land dat Slingeland genoemd wordt. Voor de laatste maal wordt hij vermeld op 23.8.1264, wanneer hij met Willem, heer van Brederode, een watergang verleent aan heer Hendrik van Alblas. De traditie geeft hem tot vrouw Bertha van Ochten. Een direkt bewijs hiervoor is in de bronnen niet te vinden, maar wijlen de heer de Groot heeft zulke sterke aanwijzingen naar voren gebracht voor dit huwelijk, dat wij hier van een zeer grote waarschijnlijkheid spreken kunnen. Hij wees op het voorkomen van de voornaam Ricoud, de kenmerkende voornaam bij de van Ochtens, bij de van Arkels van Noordeloos, die stammen uit een zoon van onze Jan I. Deze voornaam komt niet voor bij de andere Arkel-takken, zodat deze bij het huwelijk van Jan I in zijn geslacht gekomen moet zijn. Verder wees hij op het feit, dat Jan III van Arkel in het bezit komt van leengoed dat hij oorspronkelijk van Jan van Ochten in leen gehouden had (5.12.1305 - Hist.Gen., Codex Dipl.Neerl., 2e serie, dl.I, afd.I, nr.10). Hoewel hiermede wel is komen vast te staan, dat Jan I van Arkel gehuwd was met een van Ochten, kon de heer de Groot slechts aanwijzingen bijbrengen omtrent het al of niet juist zijn van haar voornaam Bertha. Nu lezen wij (Wapenheraut I, p.37) "de Wolfswaarden onder Opheusden en Wageningen herinneren vrij zeker aan Johan Wolf, ridder, in 1280 vermeld als de gemaal van Bertha van Ochten, die in 1272 weduwe geworden was van Jan van Arkel. Zij was een dochter van Ricold, heer van Ochten, in 1280 dood, bij Jutta, in dit jaar domina (edelvrouw) getiteld". Dit alles vindt in sommige opzichten een treffende bevestiging in een oorkonde van 13.12.1281 (Sloet-1040), waarin vermeld worden: Henricus en Godefridus van Ochten, zoons van domina Jutta van Ochten. In dezelfde oorkonde worden "dominus Johannes dictus Wolf, miles, et Bertha ejus uxor" vermeld. Zij wordt hier niet uitdrukkelijk genoemd als zuster van Hendrik en Godfried, dus kan ook een tante van beide broers geweest zijn, en dus een dochter van Ricold I van Ochten (en Marina van Bentheim?) zoals de heer de Groot veronderstelde. Eeuwenlang werd Jan VII van Arkel hem als vader toebedacht, maar er werd onomstotelijk bewezen dat de vader van Jan 'de Sterke' van Arkel, Herbaren van der Lede moest zijn.
Hij trouwde Bartha van Oghten.
Kinderen:

1. Jan II van Arkel, geboren circa 1265, overleden 27 Mrt 1297 in Vronen, begraven in Gorinchem. gesneuveld.
2. Arnoud I Heer van Noordeloos, geboren circa 1265.
3. Isebrand van Arkel, geboren circa 1275, leefde 1303 in Kamerijk, beroep kanunnik.
4. Margriet (of Geertrude) van Arkel.
   Zij trouwde Hubert I van Bosinchem. zie gezin 3

7. Bartha van Oghten, geboren circa 1240, overleden na 1281.
Zij trouwde (1) Jan I van Arkel, geboren circa 1240, overleden vr 1269, begraven in Gorinchem, beroep 1e heer van Arkel.
Zij trouwde (2) Johan Wolff, geboren circa 1240, beroep ridder.

 

8. Stephanus 'Steven' van Bosinchem, leefde 1213 - 1250, beroep ridder. Vermeld 1213 - 1249, ministerialis van de bisschop van Utrecht 1228. Was in 1228 ridder en pincerna (schenker) van de bisschop. Deed 1233 - 1238 afstand van zijn rechten op tienden langs de Lek en de IJssel, ten zuiden van IJsselstein.
Hij trouwde 13 Aug, Ava van Zulen.
Kinderen:

1. Hubert de Schenk, overleden vr. 31 Mei 1271, leefde 1258, beroep ridder.
   Hij trouwde (1) Margaretha van Voorne.
   Hij trouwde (2) _ van Loenersloot. zie gezin 4
2. Sweder van Bosinchem ende Vyanen, overleden 1 Apr 1285/87, leefde 1248 - 1284, beroep ridder. Maarschalk van de bisschop 1258 Beleend met het huis Vianen, mag daar markt houden 2 Dec 1271. Hij is de stamvader van de heren van Vianen.
   Hij trouwde dochter van Jacobis Johannis Vlotstale.
3. Alard van Bosinchem, overleden vr. 28 Aug 1306, leefde 1280 - 1298.
   Hij trouwde Gloria van Everdinghen.
4. Steven van Bosinchem, overleden vr. 1294, leefde 1262 - 1291, beroep proost van St.Pieter Utr.
5. _ van Bosinchem.
   Zij trouwde heer van Kedichem.

9. Ava van Zulen, overleden 13 Aug.

10. Dirk Splinter van Loenersloot, leefde 1244 - 1258, beroep ridder. Vermeld 1244 - 1258. Draagt zijn hof te Loenersloot op aan de graaf van Gelre 24 Feb 1258.
Kinderen:

1. _ van Loenersloot.
   Zij trouwde Hubert de Schenk. zie gezin 5
2. _ Henricsdr van Loenersloot.
   Zij trouwde Loeff van Ruweel.

12. Herbaren II van de Lede, geboren circa 1205 in Heusden, leefde 1227 - 1243 (zie info 1). nobilis, ridder, 1241, heer van Arkel, Asperen en Heukelum, vermeld 1227 1243, Deze Herbaren wordt voor het eerst genoemd in het jaar 1227 (OSU-757) en wel onder de "nobiles'. Als ridder komt hij voor bij een verzoening tussen Dirk, heer van Altena, en anderen (Oorkondeboek Holland I, nr. 381). In september 1243 erkent hij goederen van het domkapittel in Heukelom ontvangen te hebben (OSU-377). Als getuige treedt in deze akte op zijn broer Jan, de heer van der Lede. Het lijkt (volgens mr J.W.Groesbeek, NL 1954, k.106) niet onwaarschijnlijk, dat Herbaren zich reeds bij zijn leven "van Arkel" genoemd heeft, daar geen enkele van zijn zoons de naam "van der Lede" meer gedragen heeft. OHZ-609, d.d. 26.6.1241: Dirk, heer van Altena, verklaart dat zijn dienstlieden Nicolaas van de Eem en diens zoon Hendrik zich weer aan hem hebben onderworpen, en bepaalt de maatregelen die zullen worden genomen in het geval zij zich opnieuw aan zijn gezag zouden onttrekken. "...prolongando se videlicet a nostro ministerio sive quidquid quod contra nos est faciendo, quod nobilibus viris domino Wilhelmo de Horne et fratri suo, domino Engelberto, et domino Herberto de Leda ac domino Iustacio de Brakel videtur prescriptam infringisse condiciobem, ...." OHZ-634, d.d. sept. 1243: Herbaren van der Lede, ridder, neemt van het Utrechtse domkapittel de goederen te Heukelom met het presentatierecht van de parochiepriester aldaar in erfelijke pacht voor vijf pond per jaar. Medezegelaars zijn: de abt van Mariënweerd, de edele heren: heer Willem van Altena, Ritulfus van Vechten, Allard van Buren, Dirk van Heeswijk en mijn broer Johannes. Met wie hij gehuwd was blijkt niet uit authentieke akten. Toch is het volgens de heer Groesbeek wel mogelijk met enige mate van waarschijnlijkheid een gissing te wagen, wie die onbekende vrouw geweestkan zijn. Opvallend is namelijk, dat alle zoons van Herbaren een zoon hebben die Arnoud heet, een naam die in de hoofdstam van de Lede in het geheel niet voorkomt. Hetzelfde is het geval met de naam Alverade, die wel in enkele takken van de Arkelgroep, doch ook niet bij de van der Lede's voorkomt. Volgens Groesbeek kan het dus bijna niet anders dan dat Herbaren van de Lede door zijn huwelijk de namen Arnoud en Alverade in zijn geslacht heeft gebracht. Nu is Arnoud een stamvoornaam bij de van Heusdens en Alverade bij de van Kuijcs. Aangezien er een zekere band bestaat tussen de Arkelgroep en de van Heusdens, lijkt het niet onwaarschijnlijk dat Herbaren van der Lede gehuwd is geweest met een van Heusden, een geslacht dat nauw geparenteerd geweest moet zijn aan de van Kuijcs. Wat zegt de traditie er van? Simon van Leeuwen geeft in zijn Batavia Illustra (p. 347) een rij heren van Arkel, die eerst bij Johan (door hem de achtste genoemd), gehuwd met Bertha van Ochten, historische ondergrond krijgt. Voor deze Johan (de achtste) noemt hij vier Johans, die alle met buitenlandse gravendochters gehuwd waren. Voor deze vier Johans (we zijn dan bij Van Leeuwen voor het jaar 1100 uitgekomen) noemt hij drie Johans, die respevtievelijk gehuwd waren met Elisabeth van Kuijc, Margaretha van Altena en Aleid van Heusden. Nu treft het wel zeer bijzonder, dat de vrouw van Herbaren van der Lede, chronologisch gezien, een dochter geweest moet zijn van Jan, heer van Heusden (zoon van Arnoud, heer van Heusden) vermeld van 1200 tot 1217, en van Aleid(!), wier familienaam ons niet bekend is. Het is dus, aldus de heer Groesbeek, in het geheel niet onwaarschijnlijk, dat de vrouw van Herbaren van der Lede, Aleid van Heusden (dr. van Jan, heer van Heusden en Aleid) geweest is. Ook de voor van Leeuwen vermelde alliantie van de van Arkels met de van Kuijcs kan wel op waarheid berusten, de naam Alverade moet afkomstig zijn uit dit geslacht. Tenslotte moet er ook een nauwe familiebetrekking tot de van Altena's bestaan hebben, de van Arkels houden immers later de heerlijkheid Schelluinen in leen van de heren van Altena. Het bekende woord van de klok en de klepel is op S. van Leeuwen en zijn voorgangers wel zeer toepasselijk (aldus de heer Groesbeek). .
Hij trouwde Mabelia? _.
Kinderen:

1. Herbaren van den Berghe, geboren circa 1233 in Heusden, leefde 17 Mrt 1254, beroep ridder. Hij wordt vermeld op 17 Mrt 1254 als broer van Jan van Arkel. Heer van Bergambacht, Liesvelt en Nieuwpoort.
   Hij trouwde Agniese van Brederode.
2. Otto I van Heukelom en Asperen. Stamvader der heren van Heukelom en van Asperen.
   Hij trouwde _ van Buren.
3. Jan I van Arkel, geboren circa 1240, overleden vr 1269, begraven in Gorinchem, beroep 1e heer van Arkel.
   Hij trouwde Bartha van Oghten. zie gezin 6
4. Hugo Botter van Arkel. Voor het eerst vermeld in de oorkonde van 25.6.1254 (OHZ-..) en wel te onderscheiden is van Hugo Botter van der Lede. Als knaap is hij op 24.7.1269 getuige voor Johan van Arkel, famulus (OHZ-..). Op 23.6.1277 is hij getuige voor de heren van Heesbeen en van Heusden, nadat hij op 1 april als getuige voor graaf Floris V opgetreden was. Op 26.4.1278 is hij weer getuige voor de heer van Heusden. Op 17.9.1284 voor Walraven van Benthem. Na die tijd komt hij niet meer voor. Hij moet een dochter gehad hebben, die gehuwd was met een lid van het geslacht van Loenersloot, uit welk huwelijk gesproten is Hugo Botter van Loenersloot, die op 23.6.1314 in een oorkonde vermeld wordt als gehuwd met Elisabeth, dochter van heer Steven van den Wale. .

13. Mabelia? _. In sommige publicaties wordt als vrouw van Herbaren van de Lede een Aleide van Heusden genoemd. Dit is slechts een gissing op basis van de namen Arnoud en Alverade in het nageslacht van Herbaren van de Lede.

14. Ricolt II von Ochten, leefde 1190 - 1272.
Hij trouwde Marina van Bentheim.
Kinderen:

1. Bartha van Oghten, geboren circa 1240, overleden na 1281.
   Zij trouwde (1) Jan I van Arkel, geboren circa 1240, overleden vr 1269, begraven in Gorinchem, beroep 1e heer van Arkel.
   Zij trouwde (2) Johan Wolff, geboren circa 1240, beroep ridder. zie gezin 7

15. Marina van Bentheim, geboren circa 1200.

Info 1: Hij is waarschijnlijk niet getrouwd met Alverade of Aleid van Heusden, zoals genoemd in een artikel Ned Leeuw 1954 over de van Arkel's.